Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
vloek - (verwensing)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamvloeken ww. ‘godslasteringen uiten’ N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagvloek znw., mnl. vloec m. = onfr. fluoc, ohd. fluoh (nhd. fluch), mnd. vlôk m. “vloek, vervloeking”. Bij ̓t ww. vloeken. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenbosch1vloek s.nw. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015vloek ‘verwensing’ -> Negerhollands vloek, vluek ‘verwensing’; Papiaments † vloek ‘verwensing’; Sranantongo fruku, fluku ‘verwensing’. Idioomwoordenboeken
F.A. Stoett (1923-1925), Nederlandsche Spreekwoorden, Spreekwijzen, Uitdrukkingen en Gezegden, drie delen, 4e druk, Zutphen2436. In een vloek en een zucht,d.i. in een oogwenk; eig. in den tijd, dien men noodig heeft voor een vloek en een zucht. Vgl. De Genestet I, 217: Een vloek en een zucht en de Prins stond gekleed; Nw. School VI, 381: Het vak, waar-ie na een opleiding van een vloek en een zucht in was komen rollen; Falkl. 11: Heit-ie lang geleeje? - Nee man - Die was 'r uit in 'n vloek en 'n sucht; VI, 47; VII, 183: We waren op Katwijk en de Scheveningsche pier leek in 'n vloek en 'n zucht nabij; Allerz. 60: Eten dat in 'n vloek en 'n zucht mot worden klaar gemaakt; Handelingen St. Gen. 1913-1914, p. 2924: Gaat niet op het laatste oogenblik in een vloek en een zucht even dit wetsontwerp voteeren; Nw. Amsterdammer, 8 Mei 1915 p. 8 k. 2. Ook in twee (of drie) vloeken en een zucht (Harreb. II, 392 b), hetzelfde als het 17de-eeuwsche in of met drie haasten, fri. mei saun (of túzen) hasten, in Zuid-Nederland met zeven (d.i. veel) haasten; dat is op een wind, een vloek gedaan (Tuerlinckx, 124; Schuermans, 822 b; De Bo, 1337 b); op 'nen vloek of op nen zucht en nen vloek (Schuerm. 822 b; Antw. Idiot. 1387); op 'nen slag en 'nen keer (Waasch Idiot. 593 b); op 'nen waai en 'nen draai, op 'nen draai en 'nen keer (Waasch Idiot. 187 a); op nen zucht, op een vloeksken, op nen ja en nen neen (Schuerm. 206; Ndl. Wdb. VII, 9); in eenen aai en eenen draai (Schuerm. 1 a); met eenen haai en eenen draai of in eenen haai en eenen zwaai (De Bo, 397); Land v. Aalst: op ne vloek en ne sakker; hd. in ja und nein. Ook alleen in een zucht in Handelsblad, 16 Maart 1914 (avondbl.) p. 9 k. 2: De vierduizend kaarten door den Belgischen bond in Nederland ten voorverkoop aangeboden waren in een zucht weg. Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |