Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
|
vei - (welig, vruchtbaar)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenvei* [welig, vruchtbaar] {1509} vermoedelijk verwant met vaag1 [vettigheid] en met vet. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenvei bnw. (zuidnl.) ‘welig, vruchtbaar’. Mag men uitgaan van een grondvorm *faija dan stemt dit overeen met idg. *pǒijǒ, vgl. oi. payas- o. ‘sap, water, melk’, av. payah- o. ‘melk’ en vgl. gr. dor. poía ‘gras, weide’ (< *poiu̯ā = lit. pieva ‘weide’, van de wt. *pei: pī̌ ‘vet zijn’, waartoe ook vet behoort. De Tollenaere WNT 18, 1509 denkt aan een herkomst uit *fegi en wil dan verbinden met vaag 1. Terwijl het laatste bij vagen zou behoren, zou vei naast vegen staan. Semantisch niet geheel bevredigend: de overgang van de grondbet. ‘mooi maken, opruimen’ > ‘welig, vruchtbaar’ is niet duidelijk. vei [Aanvullingen De Tollenaere 1969]: zie Ts 85, 246-247 [1969]. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
A.A. Weijnen (2003), Etymologisch dialectwoordenboek, Den Haagvei vruchtbaar (Zuid-Nederland). Van een wortel die ‘vet’ betekent en voorkomt in oind. payas ‘sap, melk’, gr. (dor.) poía ‘gras’, nl. vet, gr. pīmelḗ ‘vet’. Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |