Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
tegel - (platte steen)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamtegel zn. ‘platte steen’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpentegel [vloersteen] {in de plaatsnaam Tegelon, nu Tegelen (Nederlands-Limburg) ca. 1100, teg(h)el(e) 1286} < latijn tegula [dakpan], van tegere [bedekken]. tichel [vloersteen] {1285} middelnederduits tichel, oudengels tigel(e) (engels tile), oudnoors tigl; nevenvorm van tegel. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidentegel znw. m., mnl. tēghele v., mnd. tēgel m. ‘tegel, dakpan’, oe. tigele v. ‘tegel, dakpan, pot’, naast tigle v. (> on. tigl o.), ne. tile; uit de vorm zonder tussenklinker met verscherping tichel, mnl. tichel, west-mnd. tichel ‘tegel, dakpan’. Daarnaast met lange klinker mnl. tiegele v., mnd. tēgel, teigel m., ohd. ziagala v., ziagal m. (nhd. ziegel). — Het woord stamt uit resp. lat. tĕgula en tēgula, dat in de Romeinse tijd samen met andere woorden van de woningbouw (zoals muur en venster) overgenomen werd. — Zie ook: teil. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagtegel znw., mnl. tēghel(e) v. = mnd. tēgel m. “tegel, dakpan”, ags. tigele v. “id., pan, pot”, terwijl mnl. tichel (nnl. tichel), westmnd. tichel “tegel, dakpan” = ags. tigle v. (eng. tile), on. tigl o. “id.” zijn zal (dus met oorspr. ĭ; vgl. overigens richel: regel). Uit lat. têgula, tē̆g’la “tegel, dakpan”. Denzelfden oorsprong heeft mnl. tiegele v., ohd. ziagala v., -al m. (nhd. ziegel), mnd. têgel (teigel) m. “id.” (hierbij os. tieglan “lateres”?). Voor het vocalisme vgl. biet, ook delgen. Ook mnl. teil(e), têl(e) v. (nnl. teil, dial. teel) “bak, schotel” is ’t zelfde woord: dat hier ege in ei is overgegaan, kan door de semantische isoleering komen, terwijl tegel als een telkens opnieuw ontleend woord te beschouwen is (vgl. regel); ook gaat men wel van een fr. dial. teile uit, = fr. tuile (< vulgairlat. teg’la) “dakpan, tichel”, dial. ook “een soort schotel”. Zie nog muur I en degel. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Genttichel m., Mnl. id., gelijk Hgd. ziegel, Eng. tile, Fr. tuile, Port. tigella uit Lat. teglam, bijvorm van tegulam (-a) (waaruit tegel: z. richel) = dakpan, afgel. van tegere = dekken (z.d.w.). Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenboschteël s.nw. S.P.E. Boshoff en G.S. Nienaber (1967), Afrikaanse etimologieë, Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kunsteël: – tegel – , dakpan; vloersteen; Ndl. tegel (Mnl. tegel(e), by Kil teghel) uit Lat. tegula (verb. m. ww. tegere, “dek”), wu. It. tegola, Fr. tuile, en uit ’n vroeër ontln. Ndl. tichel, Hd. ziegel, Eng. tile, wat weer verb. hou m. Ndl. teil, “bak, bord, skottel”, mntl. ook m. Hd. teller, “bord”. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboektegel (Latijn tegula)
tichel (Latijn tegula)
T. Pluim (1911), Keur van Nederlandsche woordafleidingen, PurmerendTegel, van ’t Lat. tegula = dakpan, van dekken; verkorting: teil, evenals steil uit stegel; seil uit segel, enz. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015tegel ‘vloersteen’ -> Fries teil, tegel, tichel ‘vloersteen’; Deens tegl ‘vloersteen’; Noors tegl ‘baksteen, dakpan’ (uit Nederlands of Nederduits); Indonesisch tégel, téhel ‘vloersteen’; Chinees-Maleis tèkhel ‘vloersteen’; Jakartaans-Maleis tèhel ‘vloersteen’; Javaans tègel ‘vloersteen’; Madoerees tegēl ‘vloersteen’; Menadonees tèhel ‘vloersteen’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamtegel vloersteen 1100 [Claes] <Latijn tichel vloersteen 1285 [CG Rijmb.] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |