Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
redden - (uit een lastige of gevaarlijke situatie helpen)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamredden ww. ‘uit een lastige of gevaarlijke situatie helpen’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenredden* [uit gevaar helpen] {1471} middelnederduits redden, oudhoogduits (h)retten, oudengels hreddan, verwant met rad3 [snel]; de grondbetekenis is dus vermoedelijk ‘snel wegrukken’. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenredden ww. mnl. zelden (N-Holland en Gelderl.), bij Kiliaen (Sax. Fris. Sicamb.) ‘een pand inlossen’, mnd. redden, ohd. retten, ofri. hredda, oe. hreddan (ne. rid) ‘redden, bevrijden’. — De germ. stam *hraþ kan men verbinden met oi. śratháyati ‘(van boeien) bevrijden’, caus. bij śrathnāti ‘komt los, vrij’ (Kluge PBB 10, 1885, 443). Het bezwaar is, dat het ww. uitsluitend westgerm. is, wat doet vermoeden, dat het vrij jong zal zijn. De bet. ‘wegrukken’ (nog in ohd. en oe.) kan dan doen denken aan germ. *hraþa ‘snel’, waarvoor zie: rad 2. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagredden ww., door Kil. “Sax. Fris. Sicamb.” genoemd, in den Teuth. vermeld, overigens oostmnl. eenmaal (1471) voorkomend in de bet. “(een pand) lossen”. = ohd. (nhd.) retten, mnd. redden, ofri. hredda, ags. hreddan (eng. to rid) “redden, bevrijden”, wsch. oorspr. “wegrukken”, welke bet. ags. en ohd. nog voorkomt. Wsch. bij germ. *χraþa-, *χraða- “vlug” (rad II). Voor de bet. vgl. rap en rapen, en lat. rapio “ik ruk, roof”: rapidus “snel”. De combinatie met oi. çrathnā́ti “hij wordt los, slap” is niet zoo wsch. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentredden o.w., Mnl. id. + Ohd. retten (Mhd. en Nhd. id.), Ags. hreddan (Eng. to rid), Ofri. hredda + Skr. çrathayāmi = ik maak los: Idg. wrt. krath = ontwarren. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
S.P.E. Boshoff en G.S. Nienaber (1967), Afrikaanse etimologieë, Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kunsred: uit gevaar help; Ndl. redden (Mnl. blb. nog dial., soos ook by Kil), Hd. retten, Eng. rid; herk. hoërop onseker. Thematische woordenboeken
T. Pluim (1911), Keur van Nederlandsche woordafleidingen, PurmerendRedden, van den Germ. wt. hrad = losmaken, vooral uit banden of boeien; ook: ontwarren (= de knoopen losmaken) of in orde brengen, vanwaar ons frequ.: redderen, opredderen. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015redden ‘uit gevaar helpen’ -> Deens redde ‘uit gevaar helpen, grijpen’ (uit Nederlands of Nederduits); Noors redde ‘uit gevaar helpen’ (uit Nederlands of Nederduits); Zweeds rädda ‘uit gevaar helpen’ (uit Nederlands of Nederduits); Negerhollands red ‘uit gevaar helpen’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamredden* uit gevaar helpen 1471 [MNW] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |