Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
ramsj - (ongeregelde handel, goederen tegen verlaagde prijs)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamramsj zn. (NN) ‘ongeregelde handel, goederen tegen verlaagde prijs’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenramsj [barg.: ongeregelde handel] {1918, vgl. ramsjen 1906} < jiddisch ramsj, mogelijk van rammoës [bedrog] < hebreeuws rammaʼut, ramāʼōth [bedriegerijen], waarschijnlijk mede onder invloed van fr. ramas [samenraapsel]. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenramsj znw. m. (bargoens) ‘ongeregeld goed, rommel’ < nhd. ramsch. Dit woord gaat ten dele terug op het reeds 1847 in de Berlijnse boeventaal voorkomende ramschen ‘bedriegen’ < hebr. ramma’ūth ‘bedrog’. Dan heeft het zich gekruist met fra. ramas ‘verwarde massa’, afgeleid van het ww. ramasser < vulg. lat. *readmassāre. Thematische woordenboeken
J. van de Kamp en J. van der Wijk (2006), Koosjer Nederlands: Joodse woorden in de Nederlandse taal, Amsterdam; inclusief ongepubliceerde aanvullingen door de auteursramsj, ramsch: ongeregelde goederen, die beneden de normale prijs verkocht worden, ongeregelde handel, rommel, uitschot; in de ramsj zijn: tegen afbraakprijzen te koop zijn (in het bijzonder van boeken die niet goed lopen); daarvan: ramsjen; ramsjer; ramsjpartij, ramschore; en verramsjen: tegen afbraakprijs verkopen | < Jidd., mogelijk van ramoës: bedrog, zwendel < Hebr. ramooes (ramaoet): bedrog, van het ww. rimo (rima): bedriegen, waarschijnlijk mede onder invloed van Fr. ramassis: samenraapsel, zootje, van ramasser: verzamelen, oprapen, ophalen. — Esther: “Ramschers zijn jullie, ramschers!... Ik heb ’t woord nooit zo goed begrepen als nu... En ik... ik draag de juwelen van de vrouwen, die door jullie op straat zijn gezet... De kleren waar ik groots op was... van de mensen, die door jullie aan lager wal zijn gebracht!... En ik schold op de mensen, die me zonder groeten voorbijgingen... op de meisjes van muziekles, die me niet bij d’r thuis vroegen... omdat ik de dochter ben van Violier... ik schold op ze... en begreep niet dat zij gelijk hadden...” N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekramsj (Jiddisch ramsch)
H. Beem (1975), Resten van een taal: woordenboekje van het Nederlandse Jiddisch, Assenramsch uitschot, rommel; ook ongeregelde goederen, die goedkoop gekocht worden bijv. uit failliete boedels; van jidd. ramme, rammo-es, waarschijnl. mede onder invloed van het fr. ramas, samenraapsel; z. ramsj. ramsj = ramsch; ramsjen ramschen; overgegaan in de ndl. volkstaal. H. Beem (1974), Uit Mokum en de mediene: Joodse woorden in Nederlandse omgeving, Assenramsj < jidd. ongeregelde goederen, die beneden de normale prijs verkocht worden; ook uitschot, rommel; het woord heeft waarschijnlijk als achtergrond het jidd.-hebr. rammo-es = bedrog, terwijl daarnaast het Franse ramas = samenraapsel wellicht invloed gehad heeft; zie ook Kluge Et.W. s.v. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamramsj Bargoens: ongeregelde handel 1918 [WNT] <Jiddisch Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |