Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
ornament - (versiersel)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenornament, ornement [versiersel] {1285} < latijn ornamentum [uitrusting, sieraad, ereteken], van ornare [uitrusten, versieren, (ver)eren], verkort uit ∗ord(i)nare [ordenen, regelen], van ordo [rij, gelid, rang, stand, orde, regelmaat] (vgl. orde); de vorm ornement is ontleend via het fr. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenornament znw. o., mnl. ornament, ordelment, orlement ‘kerkelijk sieraad; staatsiekleed, misgewaad’ < lat. ornamentum. C.B. van Haeringen (1936), Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Supplement, Den Haag† ornament znw. o., mnl. ornament, ornement, or(le)ment o. ‘(vooral kerkelijk) sieraad, staatsiekleed’. Uit lat. ornâmentum. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Aarts (2017), Etymologisch Dictionairke vaan ’t Mestreechs, Maastrichtornamint (zn.) versiering; Vreugmiddelnederlands ornament <1285> < Latien ornamentum. G.J. van Wyk (2007), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Supplement, Stellenboschornament s.nw. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamornament versiersel 1285 [CG Rijmb.] <Latijn Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |