Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
monarch - (alleenheerser, vorst)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdammonarch zn. ‘alleenheerser, vorst’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenmonarch [alleenheerser] {1605-1616} < latijn monarcha [idem] < grieks monarchès, monarchos [alleenheersend, alleenheerser], van monos [alleen] + archos [aanvoerder], van archein [het hoofd zijn]. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Debrabandere (2011), Limburgs etymologisch woordenboek: de herkomst van de woorden uit beide Limburgen, Zwollemenark, zn.: morsig persoon. Pej. betekenisevolutie van Fr. monarque, Ndl. monarch ‘alleenheerser’. F. Debrabandere (2007), Zeeuws etymologisch woordenboek: de herkomst van de Zeeuwse woorden, Amsterdammonark zn. m.: snuiter, wild kind. Met betekenisverschuiving < Fr. monarque ‘monarch, alleenheerser’ < Lat. monarcha < Gr. monarchès, monarchos. F. Debrabandere (2005), Oost-Vlaams en Zeeuws-Vlaams etymologisch woordenboek: de herkomst van de Oost- en Zeeuws-Vlaamse woorden, Amsterdammonark (ZV), zn. m.: snuiter, wild kind. Met betekenisverschuiving< Fr. monarque 'monarch, alleenheerser' < Lat. monarcha < Gr. monarchès, monarchos. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdammonarch alleenheerser 1605-1616 [WNT] <Latijn Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |