Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
meter - (maat)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdammeter 1 zn. ‘standaardeenheid van lengte’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenmeter1 [maat] {1802} < frans mètre, in 1791 op gezag van de Franse Nationale Vergadering gevormd van grieks metron [maatstaf, maat]. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenmeter 2 znw. m. ‘maatnaam’ < fra. mètre < lat. metrum < gr. métron. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagmeter II (maat). Nnl. uit fr. mètre (< lat. metrum, gr. métron. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentmeter 2 m. (die meet), afgel. van meten. meter 3 m. (maat), uit Fr. mètre van Gr.-Lat. métron = maat, van denz. wortel als Lat. mētiri en Skr. māti = maat: Idg. wrt. met, verwant en synon. met Idg. wrt. med: z. meten. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekmeter (Frans mètre)
P.H. van Laer (1949), Vreemde woorden in de natuurkunde, Groningen/Batavia.Meter (Lat. métrum = Gr. μέτρον (métron) = maat; μετρεῖν (metrein) = meten). Eenheid van lengte. W. de Vreese (1899), Gallicismen in het Zuidnederlandsch, Gentmeter. - In de volgende aanhalingen is dit zelfstandig nw. gebruikt in eene beteekenis die het niet heeft. Er wordt vereischt metrum. De fout is ontstaan, doordien fr. mètre zoowel metrum als meter beteekent. || Lang reeds hadden de Duitschers kunstgewrochten in dien meter voortgebracht, MERCELIS, K. Harp 153. Men zal wellicht hebben opgemerkt dat het stuk “Ave Maria” in eene vóór mij ongebruikte maat is gedicht. De voeten zijn wel aan de ouden ontleend, maar hunne schakering is nog (sic) saffisch, noch alcaïsch, noch wat ook; deze is geheel van mij herkomstig. Ziehier den meter (volgen twee schema’s), DE MONT, Waerh. en Lev. 200. Het korte … vers vervangt den ouden meter enz., HAERYNCK, Boendale 11. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015meter ‘eenheid van lengte, 100 centimeter; apparaat, toestel dat meet’ -> Indonesisch méter ‘eenheid van lengte, 100 centimeter; apparaat, toestel dat meet’; Boeginees mêteræ ‘eenheid van lengte, 100 centimeter’; Gimán meter ‘eenheid van lengte, 100 centimeter; meetinstrument’; Jakartaans-Maleis mèter ‘eenheid van lengte, 100 centimeter’; Javaans mèter ‘eenheid van lengte, 100 centimeter’; Keiëes meter ‘eenheid van lengte, 100 centimeter; meetwerktuig’; Kupang-Maleis meter; mister ‘eenheid van lengte, 100 centimeter; iemand die meet, timmerman; liniaal’; Madoerees metēr ‘eenheid van lengte, 100 centimeter’; Makassaars mêteré ‘el, eenheid van lengte, 100 centimeter’; Menadonees méter ‘eenheid van lengte, 100 centimeter’; Muna mitere ‘eenheid van lengte, 100 centimeter’; Creools-Portugees (Ceylon) meiter ‘iemand die meet’; Japans mētoru ‘eenheid van lengte, 100 centimeter’; Papiaments meter ‘eenheid van lengte, 100 centimeter’; Sranantongo meiter ‘eenheid van lengte, 100 centimeter’; Aucaans meiti ‘eenheid van lengte, 100 centimeter’; Surinaams-Javaans mèter ‘eenheid van lengte, 100 centimeter’. Dateringen of neologismen
Nicoline van der Sijs (2015-heden), Jaarwoordenzoeker ‘Een woord uit elk jaar 1800-heden’, zie ook bij Onze Taalmillimeter, centimeter, meter, kilometer [lengtematen] (1809). In 1809 wordt het metrieke stelsel in Nederland ingevoerd. Dit stelsel leidt tot een reeks nieuwe benamingen voor lengtematen, die oude namen als roede, voet, duim en el vervingen. Het metrieke stelsel werd weer afgeschaft in 1813 en heringevoerd in 1821. In 1869 wordt het definitief bij wet aangenomen. N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdammeter 100 centimeter 1802 [WNT] <Frans M. De Coster (1999), Woordenboek van Neologismen: 25 jaar taalaanwinsten, Amsterdammeter: voor geen —, helemaal niet. Informele uitdrukking. Want echt zingen kon Smith nog altijd voor geen meter. (Oor, 26/03/88) Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |