Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
margarine - (kunstboter)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdammargarine zn. ‘kunstboter’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenmargarine [kunstboter] {1900} < frans margarine, met de uitgang van glycerine gevormd van margarique, (acide margarique [margarinezuur]), dat gevormd is van grieks margaron [parel]; zo genoemd vanwege de gelijkenis in kleur (vgl. margariet). P.H. Schröder (1980), Van Aalmoes tot Zwijntjesjager, Baarnmargarine Hoe vreemd het ook klinken moge: het woord margarine heeft een hogere leeftijd dan het woord roomboter. Eerst was er namelijk alléén: boter. Toen ging men het vervangmiddel maken dat men margarine noemde. De boterfabrikanten, belaagd door de concurrentie, zetten toen hun product luister bij door er het woord room- voor te plaatsen. Het woord margarine hebben wij uit het Frans overgenomen, maar de kern is Grieks. In die taal beduidt het woord margaron: parel. Margaron is de naam van een zuur dat bij de bereiding van margarine wordt gebruikt. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenmargarine znw. v., in de 19de eeuw gevormd van margarin ‘vast en gemakkelijk smeltbaar bestanddeel van het vet’, bij gr. márgaron ‘parel’. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagmargarine znw. Internationaal woord; ospr. de naam van een chemische verbinding; van gr. márgaron “parel”. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Debrabandere (2007), Zeeuws etymologisch woordenboek: de herkomst van de Zeeuwse woorden, Amsterdammegrietebeuter zn. v.: margarine. Volksetymologische vervorming – eigenlijk een malapropisme - van margarinebeuter. G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenboschmargarien s.nw. Ook margarine. S.P.E. Boshoff en G.S. Nienaber (1967), Afrikaanse etimologieë, Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kunsmargarien: kunsbotter; Ndl. margarine, soos Eng. margarine, wsk. uit Fr. margarine, ’n toep. (in Eng. in 1873) op kunsbotter v. naam van ’n skeik. stof wat sedert 1836 so genoem is en deur d. Fr. skeik., M. E. Chevreul (1786-1889), se navorsing bek. geword het. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekmargarine (van Grieks margaron)
C.H.Ph. Meijer (1919), Woorden en uitdrukkingen verklaard door Dr. C. H. Ph. Meijer, AmsterdamMargarine, kunstmatige stof, die de (natuur)boter vervangt; uit fr. margarine, dat gevormd is van den naam van een zuur, afgeleid van grie. margaron (= parel). Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015margarine ‘kunstboter’ -> Indonesisch margarin(e) ‘kunstboter’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdammargarine kunstboter 1867 [Alg. Ned. Enc. X, 2] <Frans Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |