Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
katheter - (in het lichaam ingebrachte buis)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamkatheter zn. ‘in het lichaam ingebrachte buis’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpencatheter (Wdl: katheter) [buis om lichaamsvocht af te tappen] {1642} < latijn catheter < grieks kathetèr [iets dat naar beneden wordt gelaten, vissnoer, dieplood, catheter], van kathièmi [ik laat naar beneden], van kata [omlaag] + hièmi [ik zend, laat gaan]. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015katheter ‘buis om lichaamsvocht af te tappen’ -> Indonesisch katéter ‘buis om lichaamsvocht af te tappen’; Japans katēteru ‘buis om lichaamsvocht af te tappen’;? Koreaans k'adet'ŏrŭ ‘buis om lichaamsvocht af te tappen’ <via Japans>. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamcatheter buis om lichaamsvocht af te tappen 1642 [WNT waterloop] <Latijn Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |