Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
jonker - (aanspreektitel voor adelborst)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamjonkheer zn. ‘edelman zonder verdere titel’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenjonker* [landedelman] {joncker [jongere zoon van een edelman] 1201-1250} verkort uit middelnederlands jonchere [jong edelman], van jong + heer1. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenjonker znw. m., laat-mnl. jonker, mnd. nhd. junker, owfri. jonker ‘jong edelman’ is een verkorting van jonkheer. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagjonker znw., laat-mnl. jonker m. = nhd. (Keulsch reeds laat-mhd.) mnd. junker, owfri. jonker m. “jonker, jong edelman”, uit mnl. jonchêre (nnl. jonkheer), mhd. junchē̆rre,? mnd. junkher m. “id.”. Uit het Mnd. on. junkherra, jungherra, junkeri m. “id.”. Jonk- is de onveranderde mnl. sterke vorm van jong. Hierbij ’t v. mnl. joncfrouwe (nnl. jonkvrouw), ohd. juncfrouwa (nhd. jungfrau), mnd. junkvrowe, ofri. juncfrou, joncfrouwe v. “jonkvrouw”. Naar ’t mnd. woord is laat-on. jungfrû v. “id.” gevormd. Beide woorden hebben zich ook op wgerm. gebied door ontleening verbreid. Vgl. juffer. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentjonker m., Mnl. jonchere, verdoffing van jonc here + Hgd. junker; vergel. juffer. Thematische woordenboeken
K.J. Eigenhuis (2004), Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen, Amsterdam-jonker Bestanddeel van de vlaamse vogelnamen Panjonker ‘Ringmus’ [Joos 1900], Garsjonker, Gersjonker, Gorsjonker ‘Geelgors en/of Groenling’ en Gosjoenker. Het element betekent misschien ‘(mooi?) vogel(tje)’ als jonker ‘adellijke (jonge) man’ overdrachtelijk werd/wordt opgevat. D Junker Bülow is een volksnaam voor de Wielewaal, ook een mooie (gele) vogel [Wüst 1970]. T. Pluim (1911), Keur van Nederlandsche woordafleidingen, PurmerendJonker staat voor jonc-here, zooals juffer voor jonc-ver, en ver is vrouw, bijv.: Ver Brechten zoon = zoon van vrouwe Brecht. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015jonker ‘jonkheer; aanspreektitel voor adelborst’ -> Engels younker ‘jonge edelman; jongeman; scheepsjongen; kind’; Deens junker ‘aanspreektitel voor adelborst; spottende aanspreektitel; naam van een persoon in diverse spelletjes’ (uit Nederlands of Nederduits); Noors junker ‘jonkheer’ (uit Nederlands of Nederduits); Zweeds junker ‘aanspreektitel voor adelborst’ (uit Nederlands of Nederduits); Fins junkkeri ‘aanspreektitel voor adelborst’ <via Zweeds>; Russisch júnker ‘onderofficier van adellijke herkomst; jonkheer, grootgrondbezitter’; Oekraïens júnker ‘onderofficier van adellijke herkomst; jonkheer’ <via Russisch>; Wit-Russisch júnker ‘onderofficier van adellijke herkomst; jonkheer, grootgrondbezitter’ <via Russisch>; Azeri yunker ‘onderofficier van adellijke herkomst; leerling van militaire school’ <via Russisch>; Indonesisch yongker ‘jonge edelman’;? Makassaars jôngkoró, salûará-jôngkoró ‘broek van Europese snit met gulp en steekzakken’; Amerikaans-Engels † yonker, younker ‘geprivilegieerd grootgrondbezitter, landheer’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamjonker* aanspreektitel voor adelborst 1631 [WNT] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |