Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
hop - (uitroep; sprong)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamhop 3 tw. ter aansporing voor een springende beweging J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Genthop 4 tuss., met afleid. hopsasa en ablaut hip, behoort bij huppen. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Debrabandere (2011), Limburgs etymologisch woordenboek: de herkomst van de woorden uit beide Limburgen, Zwollehoep, zn.: hop. In uitdr. op nen hoep en ne stoep ‘haastig, in een wip, in een vloek en een zucht’. Hoep, hop van het ww. hoppen ‘springen’ en stop van stoppen in op een stop, op stel en sprong ‘ineens, dadelijk’. Vgl. Jiddisch in e hob un e schtob. S.P.E. Boshoff en G.S. Nienaber (1967), Afrikaanse etimologieë, Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kunshop II: ww. “spring”; s.nw. “sprong” (WAT s.v. hop3); reeds by Kil as ww. en nog in SNdl. en nie as Angme. in Afr. te beskou nie, ook die uitr. hop/hopsa as aansporing by spele en rympies hou wsk. hiermee verb. Thematische woordenboeken
J. van de Kamp en J. van der Wijk (2006), Koosjer Nederlands: Joodse woorden in de Nederlandse taal, Amsterdam; inclusief ongepubliceerde aanvullingen door de auteurshop: in een hop en een sjtop: in een wip | hop < Westjidd. < Nederduits hoppen: springen, huppelen (Oudengels hoppian, Oudnoors hoppa) (vgl. Ned. hoppen/huppen, Oostjiddisch hopken: huppelen). — “Zo héél lang zullen ze nou niet wachten, och,” lei ze pochend uit, bedenkend dat vrouw Zadoks vijf, zes jaren had moeten wachten met trouwen, omdat ze geen boeltje had, “wachten, wachten ze èbben narregens veur neudig te wachten, goddank, al willen ze um zo te zeggen è-è morregen of overmorregen trouwen, dan kun ze ’t godlof ook doen; maar vanzellef, och, det giet niet zo in de hop ende schtop,” gebaarde ze met schouderoptrekkingen, wat levendiger nu in de bluf op de gehate sjiddesch... (SAM. GOUDSMIT, 1907) Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015hop ‘uitroep en tussenwerpsel’ -> Javaans dialect hop ‘bushalte’. Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |