Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
grif - (vlot)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamgrif bn. ‘vlot’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpengrif* [vlug] {1649} behoort bij gerieven, gerief. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidengrif bnw., sedert de 17de eeuw, verg. gronings gereif ‘stellig, zeker’, oostfri. gerif, grif ‘grif’; dan zal het in ablaut staan naast mnl. gerief, gerijf ‘genoegen; wat van iemands gading is’. — Zie: gerieven. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haaggrif bijw., minder vaak bnw., sedert de 17. eeuw. Blijkens gron. gəreif “stellig, zeker”, oostfri. gerif naast grif “grif” moeten we een ouderen ndl. vorm *gerif aannemen, die ablautet met mnl. gherîven. Zie gerief. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentgrif bijv.(vaardig), Mnl. gerive + Eng. rife, On. rifr = rijkelijk: niet verder op te sporen. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015grif ‘vlug’ -> Fries grif ‘vlug’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamgrif* vlug 1649 [WNT] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |