Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
entertainment - (amusement)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamentertainment zn. ‘amusement’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenentertainment [amusement] {na 1950} < engels entertainment, van to entertain < frans entretenir, teruggaand op latijn inter [tussen] + tenēre [houden]. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekentertainment (Engels entertainment)
L. Koenen, R. Smits (1992), Peptalk, De Engelse woordenschat van het Nederlandsentertainment [entuhteenmunt] amusement, vermaak. Dateringen of neologismen
F. Bakker, E. van Ruijsendaal, P. Uljé, D. van Zijderveld, Vindpunt.nl – elektronisch doorzoekbare Woordenlijst Overbodig Engels met Nederlandse tegenhangers, uitgebreide en verbeterde voortzetting van de boekuitgaven Funshoppen in het Nederlands (2009) en Op-en-Top Nederlands (2015)entertainment zn. Ontleend aan het Engels. N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamentertainment amusement 1953 [De Vooys] <Engels J. Posthumus (1986), A Description of a Corpus of Anglicisms, Groningenentertainment, [ɛntər'te:nmənt] Koenen 1974. Loanword from English entertainment, n. Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |