Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
emelt - (muggenlarve)Etymologische (standaard)werken
Diverse auteurs (2014-), etymologische artikelen, gepubliceerd op Neerlandistiek.nlAddenda EWN: emelt emelt zn. ‘muggenlarve’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenemelt* [muggenlarve] {1809} middelnederduits amelte, emelte [larve], oudengels emel, ymel [rups] verwant met aamt. hamel1* [insect] {1872} nevenvorm van emelt. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenemelt znw. v. ‘larve van de langpootmug’, mnd. amelte, emelte ‘mijt, larve’. — Zie de onder aamt genoemde verwanten. C.B. van Haeringen (1936), Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Supplement, Den Haagaamt. Zie v.Wijk Aanv. en voeg bij: ndl. emelt(e) ‘larve (van langpootmug en meikever)’, ags. emel, ymel ‘rups’, mnd. ēmel ( = āmelte) ‘larve”. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentemelt v., + Ndd. emelte, emel, Oostfr. amel, Ags. æmil (Eng. emil), wellicht een afleid. van denz. wortel als Ohd. ameiʒa (Nhd. ameise), Ags. æmette (Eng. emmet en ant), dat ook van onbek. oorspr. is. Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |