Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
dreet - (scheet)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamdreet zn. ‘scheet’ EWN: dreet zn. 'scheet' (1272*) P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpendreet* [scheet] {1709} afgeleid van drijten. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidendreet znw. v., mnl. dreet, drēte m. ‘wind, scheet’, mnd. drēt is een afl. van drijten, evenals beet uit bijten. Vgl. nog ne. dirt (< drit) ‘drek’. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagdreet znw., mnl. dreet, drete m. Evenals mnd. nnd. drēt een verbaal-abstractum van drijten: m. i-stam als beet I e.dgl. Vgl. meng. eng. dirt (uit drit) “drek”. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentdreet v., van denz. stam als ’t meerv. imp. van drijten. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Debrabandere (2011), Limburgs etymologisch woordenboek: de herkomst van de woorden uit beide Limburgen, Zwolledriet, zn.: wind, scheet. Zie drieten. A.A. Weijnen (2003), Etymologisch dialectwoordenboek, Den Haagdreet scheet (Veluwe). Afl. bij drieten ↑. Thematische woordenboeken
P.G.J. van Sterkenburg (2001), Vloeken. Een cultuurbepaalde reactie op woede, irritatie en frustratie, 2e druk, Den Haagdrijt. In de 16de eeuw wordt drijt ‘menselijke of dierlijke uitwerpselen’ gebruikt als scheldwoord of verwensing. Het WNT geeft als enige bewijsplaats in deze toepassing: “Houdt ghy u backhuys, ou ghy lijs drijts, Oft u ghenaeckt van ons veel vresen.” Dit betekent: ‘Jij moet je mond houden, jij oude sufferd die niet veel beters kunt dan schijten, of wij zullen je veel angst aanjagen.’ Na de 16de eeuw niet meer aangetroffen. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015drijt, drit(s) ‘(verouderd) drek’ -> Frans dialect drisse, drus ‘diarree’. Overige werken
Julius Pokorny (1959), Indogermanisches Etymologisches Wörterbuch, Bern.dher-5, dhrei-d- ‘Unrat, cacāre’, (ob verwandt mit dher-1 ‘trüber Bodensatz’ und dher-4?)
Lat. foria Pl. ‘Durchfall’ (bei Varro von Schweinen), foriō, -īre ‘cacare’; WP. I 861 f., WH. I 527 f. Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |