Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
bond - (verbond, verdrag, vereniging)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdambond zn. ‘verbond, verdrag, vereniging’ EWN: bond zn. 'verbond, verdrag, vereniging' (1469) P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenbond* [verbond, vereniging] {1552} afgeleid van binden. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenbond znw. m., mnl. bont m. o. ‘bundel’, os. gibund ‘bundel’, mnd. bunt m. o. ‘bundel, verbond, overeenkomst’, mhd. bunt ‘bundel, boei, bond’ is afgeleid van binden, zie ook: band en bundel. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagbond znw., mnl. bont(d) m. o. “bundel”. = mhd. bunt m. “boei, bundel, bond” (nhd. bund), mnd. bunt(d) o. “bundel” (os. gibund “bundel”). Ablautend met binden. Vgl. bundel. C.B. van Haeringen (1936), Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Supplement, Den Haagbond. Mnd. bunt (d) m. en o. betekent ook: ‘(ver)bond, overeenkomst, geldigheid’. Bij bondig adde: mnd. bündich ‘bindend, geldig’. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentbond m., Mnl. bont + Mhd. bunt (Nhd. bund), Eng. bound, van denz. stam als 't meerv. imp. van binden. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Debrabandere (2002), West-Vlaams etymologisch woordenboek: de herkomst van de West-Vlaamse woorden, Amsterdambond (B, Blankenberge, Heist, Torhout), zn. m.: bundel, bos (hout, twijgen, stro, wortelen). Mnl. bont ‘bundel’. Mnd., Mhd. bunt ‘bundel’. Van het ww. binden. Thematische woordenboeken
J. van de Kamp en J. van der Wijk (2006), Koosjer Nederlands: Joodse woorden in de Nederlandse taal, Amsterdam; inclusief ongepubliceerde aanvullingen door de auteursBond: De Bond: de in 1894 opgerichte Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkersbond (zie ANDB) — Bij ons thuis begon de vaderlandse geschiedenis in 1894: staking van de slijpers en stichting van de Bond. Steeds hield vader ons voor: “vergeet ’t nooit, het enige wat we bezitten is de Bond. Verliezen we die, dan zijn we alles kwijt.” Voegde hij er aan toe: “Vroeger jaren... toen kon je nog ’s wat beleven.” Uit zijn verhalen weet ik, dat voor het begin van de twintigste eeuw de Christenslijpers hun Joodse vakgenoten voor ‘rotjoden’ scholden. Ome Jan van Zutphen, de reus van Kattenburg, had de Jodenhaat eruit gepraat, en als zijn welsprekendheid tekort schoot, het antisemitisme eruit geknokt. (MEYER SLUYSER, 1962) N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekbond ‘vereniging’ (Duits Bund)
L. Koenen, R. Smits (1992), Peptalk, De Engelse woordenschat van het Nederlandsbond [bond] rentedragende, aflosbare obligatie. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015bond ‘verbond, vereniging’ -> Zuid-Afrikaans-Engels bond ‘verbond’ <via Afrikaans>; Indonesisch bon ‘verbond’; Javaans bon ‘vereniging, club’; Papiaments bònt ‘verbond, vereniging’; Sranantongo bontu ‘verbond, vereniging’; Surinaams-Javaans bon ‘verbond, vereniging’. bond ‘bundel, band’ -> Schots † bound ‘bundel (vooral van vlas)’; Deens bundt ‘groep mensen of dingen; bos (bijv. sleutels), bundel, boeket’ (uit Nederlands of Nederduits); Zweeds bunt ‘stapel, bos, pak’ (uit Nederlands of Nederduits); Frans dialect bondi ‘vouw in een jurk om hem in te korten’; Frans bonjeau, bongeau, bonjot ‘bundel, rolletje touw’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdambond verbond, vereniging 1552 [WNT] <Duits Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |