Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
boei - (band)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamboei 1 zn. ‘keten’ EWN: ♦ boeien ww. 'de aandacht vasthouden'; de betekenis 'de aandacht vasthouden' (1816) P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenboei1 [band] {boie, boei [boei, keten] 1285} < latijn boiae (mv.) [halsband]. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenboei 1 znw. v. ‘kluister’, mnl. boeye, boye < ofra. buie, boie < lat. bǒja ‘voetboei’. Zo ook mnd. bōie waaruit zijn overgenomen on. beja, bæja, nnoorw. bejar, ode. boje, zw. boja. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagboei I (kluister), mnl. boeye, boye v. Komt evenals mhd. mnd. boie v. (m.) van lat. bôia “keten, halsboei”, vanwaar ook ofr. buie, boie. Wellicht door rom. resp. fr. bemiddeling ontleend. Uit het Mnd. weer on. beja v. ”keten, boei”, ode. boje, zw. boja « boei”. C.B. van Haeringen (1936), Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Supplement, Den Haagboei I (kluister). I.pl.v. lat. bôia, hier en onder boei II genoemd, lees boia. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentboei 1 v. (kluister), Mnl. boeie, boie, gelijk Mhd. boie, uit Mlat. boiam (-a) = kluister, van klass. Lat. boiæ = halsband van leder, naar het volk der Boii: Boiische band; uit Ndd. On. bója (Zw. boja, De. boie). Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Debrabandere (2007), Zeeuws etymologisch woordenboek: de herkomst van de Zeeuwse woorden, Amsterdamboeien zn.mv.: reling van een schip. Mnl. boeye ‘boei, keten’, boien ‘ketenen’. Ofr. buie, boie ‘keten’ < Lat. boia ‘halsband, voetboei’. J. van Donselaar (1989), Woordenboek van het Surinaams-Nederlands, Muiderbergboei (de, -en), metalen armband uit één stuk, in de vorm van een niet geheel gesloten ring met aan de uiteinden een knop: (a) dik en hol, gebruikt als sieraad. D’r IK in d’r wilde een boei. Een van zilver, met twee slangekop d’raan (Cairo 1979b: 98). (b) dun en massief, op verschillende manieren voorzien van toevoegingen, in gebruik als amulet. De loekoeman* gaf Konti op verzoek van zijn vriend Karlo een tapoe* mee, een ijzeren boei (angoni) waaraan enkele papamoni* waren bevestigd; deze moest Konti aan zijn bovenarm dragen wanneer hij aan het werk ging (Bradley 1968, cit. volgens Doelwijt 1972a: 148). - Etym.: Helman (in Helman 1977: 57) veronderstelt dat het woord teruggaat op de ‘boeien’ waarmee geboeid werd in de slaventijd. - Zie i.v.m. a opgeblazen boei*, bombereboei*. Opm.: Surinamers in Ned. kennen verder, blijkens adv. in WS, ‘Aisaboei’ (zie Aisa*), ‘blaka boei’, ‘Chinese boei’, ‘Javaanse boei’ en ‘slangeboei’ (zie het eerste cit. hiervoor). Ook in Sur.? Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekboei ‘drijvend baken’ (Oudfrans buie)
Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015boei ‘band, keten’ -> Duits Buje ‘keten (om iemand gevangen te houden)’; Russisch buj ‘de ijzers waarin een matroos wegens misdrijf gesloten wordt’; Oekraïens buj ‘de ijzers waarin een matroos wegens misdrijf gesloten wordt’ <via Russisch>; Indonesisch bui ‘gevangenis’; Ambons-Maleis bui ‘ketting’; Jakartaans-Maleis bui ‘gevangenis’; Javaans buwi, buwèn ‘gevangenis’; Keiëes bui ‘gevangenis’; Kupang-Maleis bui ‘gevangenis’;? Madoerees bui, buwi, buwih ‘gevangenis’; Menadonees bui ‘gevangenis’; Minangkabaus buih ‘gevangenis’; Sahu bui ‘blok; gevangenis’; Sasaks bui ‘gevangenis’; Petjoh boei, boewi ‘gevangenis’ <via Indonesisch/Maleis>; Negerhollands boei ‘ketting’; Sranantongo bui ‘armband; keten’; Aucaans boewi ‘armband’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamboei band 1285 [CG Rijmb.] <Latijn Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |