Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
bod - (het bieden; geboden som)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdambod zn. ‘het bieden; geboden som’ EWN: bod zn. 'het bieden; geboden som' (1440) P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenbod* [het bieden] {bot 1440} van bieden. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenbod znw. o., mnl. bot o. ‘bekendmaking, bevel, bod, dagvaarding, inzet’, mnd. bot o. ‘gebod, bekendmaking’, ohd. pot o. ‘auctoritatem’, ofri. bod o. ‘gebod, bekendmaking’, oe. bod o. (m.) ‘bevel, boodschap, opdracht’, on. boð o. ‘boodschap, bevel’. — Gevormd van de nultrap van het ww. bieden; zie ook: gebod. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagbod znw.o., mnl. (vooral noordndl.) bot o. (gen. boods, boots) “bekendmaking, bevel, bod, opontbod, dagvaarding, inzet”. = ohd. pot o. “auctoritatem” (kewalt-pot “indictio”), mnd. bot o. “bevel, dagvaarding”, ofri. bod o. “gebod, bekendmaking”, ags. bod o. (m.) “bevel, boodschap, verkondiging”, on. boð o. “boodschap, bevel”. Bod : bieden = slot : sluiten. Zie gebod. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentbod o., Mnl. bot + Ohd. bot, Ags. en Ofri. bod, On. bođ, van denz. stam als ’t meerv. imp. van bieden. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
S.P.E. Boshoff en G.S. Nienaber (1967), Afrikaanse etimologieë, Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kunsbod: – bot – , mv. botte, “aanbieding” (bv. som by vandisie); Ndl. bod (Mnl. bot, “bekendmaking; insetprys”), verb. m. Ndl. bieden, Afr. bie(d)/bieë; v. ook bot I. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015bod ‘bieding’ -> Sranantongo bot ‘bieding’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdambod* het bieden 1440 [HWS] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |