Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
blits - (zeer modern)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamblits bn. ‘zeer modern’ EWN: ♦ blitskikker zn. 'modieus geklede jongere' (1975) P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenblits [naar de laatste mode] {1967} < hoogduits Blitz [bliksem]. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenbosch1blits s.nw., ww. 2blits s.nw. S.P.E. Boshoff en G.S. Nienaber (1967), Afrikaanse etimologieë, Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kunsblits: “bliksem, weerlig”, dikw. ook geassos. m. donder, vandaar bastvl. soos bliksems, blikskaters/-skottels, donders, duiwels; hou verb. m. blik I, Ndl. en Afr. bliksem (Mnl. blixem(e)/blexem(e) naas blissem/blessem/blessen), Hd. blitz, Pd. blets/blits, Fri. blits, wu. wsk. via Ned. matroset. die vorm blis in Ndl. deurgedring het (WNT II 2865); v. ook Kloe HGA 35. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekblits (Duits Blitz); (de -- maken); (er -- uitzien)
Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamblits naar de laatste mode 1966 [Aanv WNT] <Duits Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |