Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
verhouding - (omstandigheid)Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenboschverhouding s.nw. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekverhouding ‘omstandigheid’ (Duits Verhältnis)
S. Theissen (1978), Germanismen in het Nederlands, Hasseltverhoudingen Dit woord, meestal in het meervoud, wordt of werd ooit in twee betekenissen afgekeurd: a. In de zin van ‘omstandigheden, voorwaarden, toestand, gesteldheid’ (de verkeersverhoudingen, de gezagsverhoudingen) wordt het algemeen als een germanisme (D. ‘Verhältnisse’) voor ‘toestand’en ‘omstandigheid’ beschouwd. In de woordenboeken heeft deze betekenis van verhoudingen ook geen succes gehad: behalve Van Dale heeft geen enkel woordenboek ze opgenomen. b. In de zin van ‘liaison’ werd ‘een verhouding hebben’ vooral in de jaren ’30 afgekeurd. Nu is het helemaal ingeburgerd. Trouwens, alle woordenboeken, behalve Verschueren, die het niet vermeldt, aanvaarden het als correct Nederlands. Ook liefdesverhouding wordt nu algemeen goedgekeurd, behalve door Van Dale, die het als een germanisme (D. ‘Liebesverhältnis’) beschouwt, al maakt hij geen bezwaar tegen verhouding met dezelfde betekenis. Dateringen of neologismen
Nicoline van der Sijs (2015-heden), Jaarwoordenzoeker ‘Een woord uit elk jaar 1800-heden’, zie ook bij Onze Taalinburgeren [deel gaan uitmaken van een gemeenschap] (1847). De beroemde neerlandicus Matthijs Siegenbeek (1774-1854) publiceert in 1847 een Lijst van woorden en uitdrukkingen met het Nederlandsch taaleigen strydende, waarin hij zich richt tegen de germanismen die in het Nederlands worden opgenomen. In die lijst staat ook het woord inburgeren. Andere woorden die Siegenbeek afkeurt, zijn bijvoorbeeld aanhankelijkheid, afzet, bespreken, betwijfelen, bewonderen, bijbrengen, indelen, omgeving, onbevangen, ongekunsteld, opleven, verhouding en verkeer. In de negentiende eeuw spelen de Duitse wijsbegeerte (Kant, Hegel, Schopenhauer), literatuur (Goethe, Schiller), taalkunde (gebroeders Grimm), natuurwetenschap (Humboldt) en oude geschiedenis (Ranke) een rol van betekenis in de wereld. Ook de Duitse industrie en handel hebben in die tijd veel invloed op de rest van Europa. En invloed op economisch of cultureel terrein betekent vrijwel altijd ook invloed op de taal. En tegen die invloed op de taal komt dan meestal weer een reactie, zoals blijkt uit het geschrift van Siegenbeek, die hiermee als eerste op de Duitse invloed reageert. |