Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
verfomfaaien - (in wanorde brengen)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamverfomfaaien ww. ‘in wanorde brengen’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenverfomfaaien [in wanorde brengen] {1679 in de betekenis ‘verkwisten, verspillen’; de huidige betekenis 1710} < hoogduits verfumfeien < nederduits verfumfeien [zijn geld lichtzinnig verkwisten], van fidelfumfei, dans op de muziek van de Bierfiedler [de cafémuzikant], een klanknabootsende vorming (vgl. fiedel, vedel). J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenverfomfaaien ww., sedert de 19de eeuw < nhd. verfumfeien, sedert 1589 (Altona) bekend als ‘zijn geld lichtzinnig verkwisten’, eig. ‘tijd en geld verdoen met muziek en dans’, vgl. het klankwoord fidelfumfei (sedert 1767) ‘dans in de herberg bij de viool’ (R. Sprenger ZfdWortf. 6, 1904, 227). N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagverfomfaaien ww., nog niet bij Kil. In bet. beïnvloed door verf(r)ommelen, formeel = nnd. nhd. verfumfeien “verdoen, verkwisten, bederven”, dat van ndd. fumfei “dans, viool” komt, een oorspr. onomatop. woord. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentverfomfaaien o.w., + Ndd. fumfeien, dial. Hgd. verpfumpfeien. In ’t Ndd. heet een vedel wel eens fidelfumfei en funfel: onomat. Dus fomfaaien = op de viool spelen, vroolijk zijn, — en met ver-, verspelen, bederven. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenboschverfomfaai ww. Ook verfonkfaai. S.P.E. Boshoff en G.S. Nienaber (1967), Afrikaanse etimologieë, Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kunsverfomfaai: deurmekaar maak, gew. in all. verbg.: verfoes en – ; Ndl. verfomfaaien (na Kil), Gron. verfomfaain, “verdraai, verkreukel, verwaarloos” (tLa NGW), Hd. verfumfeien, wat m. “dans” en “viool” in verb. gebring word en wsk. kn. was – pleit ook vir dial. Ndl. herk. v. verfoes. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekverfomfaaien (Nederduits verfumfeien)
Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamverfomfaaien in wanorde brengen 1710 [WNT] <Duits Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |