Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
veer - (pont)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamveer 2 zn. ‘pont’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenveer2* [pont] {in de vroegere Zeeuwse plaatsnaam Vera <1174>, vere, veer 1256} middelnederduits, middelhoogduits ver(e), oudnoors ferja; behoort bij varen2. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenveer 2 znw. o. ‘overzetveer’, mnl. vēre, veer v. o., mnd. vēre v. o., mhd. vere, ver v. o. (nhd. fähre), on. ferja ‘veerschuit’ (> ne. ferry). — Daarnaast mnl. vēre m. ‘veerman’, os. ohd. ferjo (nhd. ferge) en het ww. os. ferian, ohd. ferian, ferran ‘varen, overvaren’, oe. ferian ‘vervoeren, overzetten’, on. ferja ‘vervoeren, gaan’, got. farjan ‘varen, zeilen’ en het subst. os. farm ‘stroom’, ohd. farm m. ‘een soort schuit, pont’, oe. fearm ‘lading, vracht’, on. farmr m. ‘last, scheepslading’, vgl. hiervoor osl. pramŭ ‘boot’. — Zie verder: varen. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagveer II znw. o., mnl. vēre, veer o. = mhd. vere, ver v. o. (nhd. fähre v.) “pont, veer”, mnd. vēre v. o. “id.”, on. ferja v. “een soort vaartuig, veerschuit” (eng. ferry). Reeds ohd. os. is ferjo m. (nhd. ferge) = mnl. vēre m. “veerman”. Bij varen II evenals ohd. ferian, ferren “varen, overvaren”, os. ferian “id.”, ags. ferian “vervoeren, overzetten”, on. ferja “id.”, got. farjan “varen, zeilen”. Ohd. farm m. “een soort schuit of pont” (formeel = os. farm m. “stroom”, ags. fearm, on. farmr m. “scheepslading”) kan, daar ’t volkomen met russ. poróm “veerschuit” overeenstemt, op een idg. *pôrmo- of *porǝmo- “veerschuit, veerpont” teruggaan. NB. de grondbet. der basis per- was niet “gaan”, maar “over of door iets heengaan”. C.B. van Haeringen (1936), Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Supplement, Den Haagveer II znw. o. Mnl. vēre, veer v. o. — Na ags. ferian in parenthesi invoegen “eng. to ferry”. Hierbij het znw. eng. ferry, minder wsch. is de afl. uit on. ferja. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentveer 2 o. (aan een rivier), Mnl. id. + Mhd. vere (Nhd. fähre), On. ferja (Zw. färja, De. færge): verbaalabstr. van *veren, Os. ferian = scheep gaan + Ohd. id., Ags. id., On. ferja, dat een abl. is van varen. Uit het On. komt Eng. ferry. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenbosch4veer s.nw. J. van Donselaar (1989), Woordenboek van het Surinaams-Nederlands, Muiderbergveer (het, veren), (ook:) veerboot, pont. Ze zal het veer nemen en daarna de bus. Gaat er wel een veer om dit uur? (Vianen 1971: 170). - Etym.: In AN is v. het verschijnsel en de plaats; de SN bet. komt voor in het zuiden van Ned. Oudste vindpl. 1775 (zie De Beet 200). S.P.E. Boshoff en G.S. Nienaber (1967), Afrikaanse etimologieë, Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kunsveer II: s.nw., oorgang by rivier; pont; Ndl. veer (Mnl. vēre/veer, by Kil vere/vaer), Hd. fähre, Eng. ferry, hou verb. m. vaar I. Thematische woordenboeken
G. van Berkel & K. Samplonius (2018), Nederlandse plaatsnamen verklaardveer 'overzet, overzetplaats' T. Pluim (1911), Keur van Nederlandsche woordafleidingen, PurmerendVeer (overvaart), van varen, in de bet. van: te scheep gaan. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015veer ‘pont’ -> Sranantongo fer ‘pont’; Sarnami fer ‘pont’; Surinaams-Javaans fir, pir ‘pont’ Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamveer* pont 1174 [Claes] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |