Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
trailer - (oplegger)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpentrailer [oplegger] {1926-1950} < engels trailer, van to trail [slepen] < oudfrans traill(i)er < middeleeuws latijn tracula, tragula [eg, slede, sleepnet], van trahere [trekken] (vgl. tragel [jaagpad]). Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenbosch2treiler s.nw. (geselstaal) Dateringen of neologismen
F. Bakker, E. van Ruijsendaal, P. Uljé, D. van Zijderveld, Vindpunt.nl – elektronisch doorzoekbare Woordenlijst Overbodig Engels met Nederlandse tegenhangers, uitgebreide en verbeterde voortzetting van de boekuitgaven Funshoppen in het Nederlands (2009) en Op-en-Top Nederlands (2015)trailer zn. Ontleend aan het Engels. N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamtrailer oplegger 1938 [WNT] <Engels M. De Coster (1999), Woordenboek van Neologismen: 25 jaar taalaanwinsten, Amsterdamtrailer (← Eng.), fragmenten uit een film of uit een televisieprogramma, bedoeld als reclame hiervoor. De trailer belooft niet zelden meer vaart en afwisseling dan de film of het programma blijken te bezitten. Drie miljoen mensen hebben op de zender afgestemd (veel meer dan normaal dus) omdat dagenlang een trailer één van de items in het programma omschreef als ‘de revelatie omtrent de geboorte van onze republiek’. (De Morgen, 09/02/90) Thematische woordenboeken
Nicoline van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboektrailer (Engels trailer)
E. Sanders (1997), Borrelwoordenboek: 750 volksnamen voor onze glazen boterham, Den Haagtrailer In de uitdrukking truck met trailer omstreeks 1965 in Amsterdam en Groningen gehoord voor ‘glas bier met een borrel ernaast’. Trailer is, zoals bekend, Engels voor ‘aanhanger, oplegger’. Het idee is dat biertje en borrel met elkaar verbonden zijn of elkaar op sleeptouw nemen. Men spreekt ook van een truck met aanhanger — een combinatie die omstreeks 1970 in Flevoland is gesignaleerd — en van truck met oplegger. Die laatste benaming is in 1984 voor het eerst opgetekend. Het gaat hier, althans in technische zin, om de opvolgers van paard en wagen. [Reeuwijk 76] Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015trailer ‘oplegger’ -> Surinaams-Javaans tléler ‘aanhangwagen’. Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |