Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
techniek - (bewerkingen die nodig zijn voor een vakgebied; bedrevenheid, vaardigheid)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamtechniek zn. ‘bewerkingen die nodig zijn voor een vakgebied; bedrevenheid, vaardigheid’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpentechniek [bewerkingen die behoren tot de industrie, vaardigheid] {1871} < frans technique (latijn techna [truc]) < grieks technikos [in zijn handwerk bedreven], gevormd van technè [kunstvaardigheid, kunstig werkstuk, methode, techniek]. Thematische woordenboeken
P.H. van Laer (1949), Vreemde woorden in de natuurkunde, Groningen/Batavia.Techniek (= Fr. technique) Gr. τέχνη (téchnê) = kunst, handwerk). Vaardigheid, bedrevenheid; industriële toepassing van de natuurkunde. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015techniek ‘bewerkingen die behoren tot de industrie, vaardigheid’ -> Indonesisch téhnik, téknik ‘vaardigheid’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamtechniek bewerkingen die behoren tot de industrie, vaardigheid 1868 [WNT zwavelen] <Frans Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |