![]() Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
substantieel - (voedzaam)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpensubstantieel [op zichzelf staand, voedzaam] {1871 als ‘voedzaam’; als ‘op zichzelf staand’ 1889, vgl. substantiael [wezenlijk] 1480} < frans substantiel [idem] < latijn substantialis [essentieel, substantieel], van substantia [wezen] (vgl. substantie). Thematische woordenboeken
Nicoline van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboeksubstantieel ‘stoffelijk’ (Frans substantiel); ‘aanzienlijk’ (Engels substantial)
Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015substantieel ‘op zichzelf bestaand; voedzaam, krachtig (spijzen); van, met betrekking tot de substantie; in hoofdzaak’ -> Indonesisch substansiil ‘op zichzelf bestaand; voedzaam, krachtig (spijzen); van, met betrekking tot de substantie; in hoofdzaak’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamsubstantieel voedzaam 1871 [WNT] <Frans Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |