Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
sodomie - (homoseksualiteit)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, 4 delen, Amsterdamsodomie zn. (vero.) ‘homoseksualiteit’ Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
G.J. van Wyk (2007), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Supplement, Stellenboschsodomie s.nw. Thematische woordenboeken
T. Beijer en C.G.L. Apeldoorn (1996), Woordenboek van medische eponiemen, Houtensodomie: zoöfilie, tegennatuurlijke geslachtsdrift, in het bijzonder door de omgang met dieren. Vroeger werd het woord geassocieerd met homoseksualiteit (Van Delden). Sodom, aan de oever van de Dode Zee, was evenals Gomorra een stad waar goddeloosheid en bandeloosheid tot de orde van de dag behoorden. Volgens het bijbelse verhaal in Genesis 18 en 19 werd de stad om deze zware zonden door een regen van zwavel verwoest. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015sodomie ‘geslachtelijke omgang met dieren; geslachtsgemeenschap tussen twee mannen’ -> Indonesisch sodomi ‘geslachtelijke omgang met dieren; geslachtsgemeenschap tussen twee mannen’. Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |