Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
sculptuur - (beeldhouwwerk)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, 4 delen, Amsterdamsculptuur zn. ‘beeldhouwwerk’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpensculptuur [beeldhouwwerk] {1824} < frans sculpture < latijn sculptura [het snijden, beitelen, beeldhouwwerk], van sculpere (verl. deelw. sculptum) [snijden, beitelen, beeldhouwen], verwant met scalpere [kerven] (vgl. scalpel). Thematische woordenboeken
Nicoline van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboeksculptuur (Frans sculpture)
Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamsculptuur beeldhouwwerk 1824 [WEI] <Frans Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |