![]() Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
schraag - (draagconstructie)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, 4 delen, Amsterdamschraag zn. ‘draagconstructie’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenschraag* [draagconstructie] {schrage 1294} middelhoogduits schrage (hoogduits Schragen), genoemd naar de gekruiste steunlatten, vgl. schraag [schuin], hoogduits schräg [schuin], van een zeer productieve i.-e. stam met de betekenis ‘scheef’, waarvan ook zijn afgeleid ring, schrompelen, rug, harp, rank, schrijden. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenschraag znw. v., mnl. scrāghe v., mnd. schrāge m. mhd. schrāge (nhd. schragen) ‘toestel ter ondersteuning, bestaande uit een balk op twee elkaar kruisende latten’, genoemd naar de beide schuin staande houten, vgl. ouder en dial. nnl. schraag, nnd. schrēg, nhd. schräg gaat terug op idg. *(s)krek, waartoe ook russ. okorča ‘gebogen deel van de slede’, kórča ‘kramp’, naast *(s)kerk in gr. kírkos ‘ring’, lat. circus ‘cirkellijn’, oi. kṛ́kāta- ‘halsgewricht’; gutturaal-afl. van de wt. *(s)ker ‘buigen, krom’. Deze wortel heeft de volgende afleidingen behalve *(s)krek N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagschraag znw., mnl. scrāghe v. = mhd. schrage (nhd. schragen), mnd. schrāge m. “schraag”. Oorsprong onzeker. Misschien bij gr. krékō “ik sla, klop, sla de draden van ’t weefsel vast” en zijn verwanten (zie rong). Gew. combineert men met schraag ook oud- en dial. nnl. schraag, hd. schräg, ndd. schrêg “schuin”. Maar met ’t oog op mnd. schrât (d), gron. dr. schroat, achterh. schrao “id.” moet met de mogelijkheid gerekend worden, dat die vorm met gramm. wechsel bij de basis skrē̆χ- hoort: zie schraal. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentschraag v., Mnl. scraghe + Mhd. schrage (Nhd. schragen): verwant met schrank 1: z.d.w. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015schraag ‘draagconstructie’ ->? Engels † scraw ‘droogrek’; Sranantongo skraki ‘draagbalk op twee paar elkaar kruisende, onderling verbonden benen’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamschraag* draagconstructie 1294 [CG I Brugge] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |