Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
schilderij - (schilderstuk)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamschilder zn. ‘verver’ Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015schilderij ‘schilderstuk’ -> Duits † Schilderei ‘schilderstuk’; Deens skilderi ‘schilderstuk’ <via Duits>; Noors skilderi ‘schilderstuk’ <via Duits>; Zweeds † skilderi ‘kunstwerk; beschrijving’ (uit Nederlands of Duits); Ambons-Maleis † skèlderij ‘schilderstuk’; Kupang-Maleis skelderei ‘schilderstuk’; Menadonees skelderei ‘schilderstuk’; Ternataans-Maleis skelderei ‘schilderstuk’; Sranantongo skedrei ‘schilderstuk; schilderen’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamschilderij schilderstuk 1617 [WNT] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |