![]() Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
redeneren - (praten, argumenteren)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenredeneren [praten, argumenteren] {1611-1620} waarschijnlijk o.i.v. frans raisonner, van raison [rede(n)], ofwel van middelnederlands redenen [spreken, zeggen] {1351-1400}. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenredeneren ww., eerst 1586, kan met een romaans suffix gevormd zijn uit redenen ‘spreken’ (waarvoor zie: rede): de bet. wijst echter wel op invloed van fra. raisonner. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagredeneeren ww., nog niet bij Kil. Wsch. onder invloed van fr. raisonner naast raison “rede(n)” ontstaan. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Aarts (2017), Etymologisch Dictionairke vaan ’t Mestreechs, Maastrichtriddenere (ww.) redeneren; Nuinederlands redeneren <1611-1620>. Thematische woordenboeken
Nicoline van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekredeneren (vert. van Frans raisonner)
Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015redeneren ‘praten, argumenteren’ -> Duits dialect † redeneren ‘argumenteren’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamredeneren praten, argumenteren 1611-1620 [WNT] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |