Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
purper - (paarsrode kleurstof)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdampurper zn. ‘paarsrode kleurstof’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenpurper [paarsrood] {purper, purpur [purper, staatsiegewaad] 1285} < latijn purpura [purper, purperen gewaad] < grieks porphura [purperslak, purper, purperen stof] (vgl. porfiriet). J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenpurper znw. o., mnl. purper m. purpure v. ‘purper, kostbare stof, staatsiekleed’, evenals mnd. purper, purpur ‘purper, zijden stof’, laat-ohd. purpura, mhd. purpur, purper (nhd. purpur), oe. purpure ‘kostbaar kleed’, on. purpura, purpuri m. ‘purperstof’ < lat. porpura ‘purperkleur’ < gr. porphýra ‘purperslak, de daaruit gemaakte kleurstof, daarmee geverfde stof’. — Een dissimilatie-vorm is oe. purple ‘purpergekleurd’, ne. purple. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagpurper znw. o., mnl. purper m., purpure v. “purper, kostbare stof, staatsiekleed”. Evenals laat-ohd. purpura v., mhd. purpur, purper m. v. “kostbare stof, kostbaar kleed” (nhd. purper), mnd. purper, -ur “purper, zijden stof”, laat-on. purpura v., -i m. “kostbare stof of kleed”, ags. purpure v. “purperen kleed” uit lat. purpura “purperslak, purperkleur, purperen stof, staatsiekleed” (gr. porphúra). Evenzoo got. paúrpaúra v. “purperkleed”. Eng. purple (met dissimilatie) wordt wel uit ’t Fr. afgeleid. [Aanvullingen en Verbeteringen] purper. Reeds ags. purpl “purpureus”. C.B. van Haeringen (1936), Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Supplement, Den Haagpurper (slot). Reeds ags. purpl ‘purperen’ (of purple v. ‘purperen kleed’?) = eng. purple (vgl. v.Wijk Aanv.). Wegens het vroege voorkomen eerder uit het Lat. dan het Fr. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentpurper o., gelijk in alle Eur. talen, uit Lat. purpuram (-a), van Gr. porphúra = purperslak. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Debrabandere (2010), Brabants etymologisch woordenboek: de herkomst van de woordenschat van Antwerpen, Brussel, Noord-Brabant en Vlaams-Brabant, Zwollepurpel, pulper, pilper, zn., bn.: purper, paars. Met Brabantse r/l-wisseling uit purper, ook wel door dissimilatie. Pilper door ontronding. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekpurper (Latijn purpura)
T. Pluim (1922), Wetenswaardig allerlei: bijdragen tot algemeene kennis voor studeerenden bijeenverzameld door T. Pluim, GroningenPurper. Deze verfstof werd reeds in de vroege oudheid vervaardigd, naar het heet ’t eerst door de Phoeniciërs. Dit volk maakte het purper uit de schelpdieren der Middellandsche zee, vooral uit de z.g. purperslakken, welke uit een klier het vocht afzonderen, waarvan de verfstof bereid wordt. Deze kleur gold voor de schoonste, die de Ouden kenden, zoodat purperen kleederen (mantels, enz.) alleen door de hoogsten des lands gedragen mochten worden. Zoo beteekent nog heden de uitdrukking: “met het purper bekleed worden”, of “het purper verkrijgen”: tot kardinaal verkozen worden. Tegenwoordig maakt men purper uit de orseille (een soort van zeemos) en uit bestanddeelen van de teer; dit purper is beter dan het slakkenpurper. T. Pluim (1911), Keur van Nederlandsche woordafleidingen, PurmerendPurper, van ’t Lat. purpura, Gr. porphura = purperslak. Met het „purper” bekleed worden = tot kardinaal worden benoemd, naar den purperen mantel. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015purper ‘paarsrode kleur’ -> Fries purper ‘paarsrode kleur’; Negerhollands purpur ‘paarsrode kleur’; Papiaments † purpe ‘paarsrode kleur’; Sranantongo porpru ‘paarsrode kleur’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdampurper paarsrode kleur 1285 [CG Rijmb.] <Latijn Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |