![]() Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
prikkelen - (prikken, aansporen)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenprikkelen* [aansporen, ergeren] {prickelen [prikken] 1401-1450} van middelnederlands prikel [prikkel, scherpe ijzeren punt aan wapen], of iteratief van middelnederlands pricken [aanzetten, aansporen] (1486) (vgl. prikken). J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenprikkelen ww., mnl. prickelen, is een iteratief van prikken. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagprik I (’t prikken, geprikt gaatje enz.), sedert Kil., die ’t holl. noemt. Bij hem ook voor ’t eerst ’t ww. pricken (nnl. prikken) = mhd. pfrëcken, mnd. pricken “prikken, steken”. Laat-mnl. komt. al prickelen “prikk(el)en” (nnl. prikkelen) voor, prickel znw. misschien in Salomon ende Marcolphus (± 1500) voor prijckel te lezen (nnl. prikkel); mnd. reeds pricke v. “prikkel, puntig werktuig voor palingvangst”: maar vroeger komen de vormen met één k voor: mnl. (nog zuidndl.) mnd. prēkel m. = ags. pricel m. (pricla m., pricle v.) “scherpe punt, puntig voorwerp”, vgl. os. prëkunga v. “steek, prik”, ags. prica m. “puntje, klein deel”, prician “prikken” (eng. to prick), on. prika “steken, stooten”. Ags. echter ook â-priccan “prikken”. Verwant is lit. brėżiu, brėżti “krassen”. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015prikkelen ‘prikken, aansporen’ -> Duits prickeln ‘prikken, aansporen’ (uit Nederlands of Nederduits). Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamprikkelen* prikken, aansporen 1401-1450 [MNW] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |