Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
predicabel - (toekenbaar)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenpredicabel [toekenbaar] {1824} < frans prédicable < latijn praedicabilis [prijzenswaardig, toekenbaar], van praedicare [verklaren, verkondigen] (vgl. prediken) + -(b)ilis [-baar]. Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |