Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
precair - (onzeker, zorgelijk, hachelijk)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamprecair bn. ‘onzeker, zorgelijk, hachelijk’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenprecair [hachelijk] {1901-1925} < frans précaire [ter bede, onzeker, zorgelijk] < latijn precarius [afgebedeld, van anderer willekeur afhankelijk, precair], van preces (mv. van prex) [smeekbeden, verzoeken] (vgl. precario, precariehandel). Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
S.P.E. Boshoff en G.S. Nienaber (1967), Afrikaanse etimologieë, Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kunsprekêr: onseker, gevaarlik; Ndl. precair (na Kil), Eng. precarious, uit Fr. précaire uit Lat. precarius (prex (gen. precis), “gebed, versoek”, + -arius, afl. v. ww. precari, “bid, versoek”). Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamprecair hachelijk 1909 [WNT] <Frans Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |