Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
plastiek - (boetseerkunst)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenplastiek [boetseerkunst] {1869} < frans plastique (vgl. plastic). J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenplastiek znw. v. ‘boetseerkunst; verplaatsen van levend weefsel om defecten te herstellen enz.ʼ < fra. plastique ‘vormbaarʼ < lat. plasticus ‘tot de plastiek behorendʼ < gr. plastikós ‘het vormen betreffendʼ, afl. van plássō ‘uit klei of leem vormenʼ. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenboschplastiek s.nw. S.P.E. Boshoff en G.S. Nienaber (1967), Afrikaanse etimologieë, Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kunsplastiek: modelleerkuns; Ndl. plastiek, soos Eng. (18e eeu in bet. “plastic art”) plastic, via Fr. plastique, “vormbaar”, uit Lat. plasticus, Gr. plastikos (afl. v. plassein, “uit klei vorm”). Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekplastiek (Frans plastique)
Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamplastiek boetseerkunst 1869 [WNT] <Frans Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |