Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
pisser - (scheldwoord)Thematische woordenboeken
M. De Coster (2007), Groot scheldwoordenboek: van apenkont tot zweefteef, Antwerpenpisser: 1) (vaak voorafgegaan door flauwe) flauw of laf persoon. 2) (in Vlaanderen, soldatentaal) nieuwe recruut; groentje. 3) (Bargoens) rooms-katholieke geestelijke. Wellicht omdat hij zijn lid voor slechts één ding gebruikte. Vermeld door Endt (1974). Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |