Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
nauwelijks - (amper, met moeite)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamnauwelijks bn. ‘amper, met moeite’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpennauwelijks* [amper] {nauwelijcs 1512} met het bijwoorden vormende achtervoegsel s gevormd van middelnederlands nauwelike [nauw] {1201-1250}. P.H. Schröder (1980), Van Aalmoes tot Zwijntjesjager, Baarnnauwelijks Nauw betekende oorspronkelijk: gierig, schriel. Iemand nauw houden werd gebruikt in de zin van: iemand kort houden, hem niet veel (financiële) vrijheid laten. Nauwelijks betekent dan ook: met moeite, bijna niet en, als het betrekking heeft op de tijd: pas. Men zegt: hij is nauwelijks volwassen. In de laatste tijd is het gewoonte geworden nauwelijks te gebruiken in de zin van het Engelse hardly: bijna niet, dat ook betekent: eigenlijk niet heel. That is hardly fair wordt dan vertaald door: dat is nauwelijks behoorlijk. Men gaat zelfs zeggen: nauwelijks iemand in plaats van: bijna niemand en: dit zal nauwelijks de bedoeling zijn geweest voor: dit zal waarschijnlijk niet de bedoeling zijn geweest. Men hoede zich voor deze anglicismen! J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidennauwelijks bijw., sedert ± 1500 met adverbiale s gevormd van mnl. nauwelīke ‘nauw, streng, met moeite, nauwelijks, nauwkeurig, bekrompen’. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagnauwelijks bijw., sedert ± 1500. Met adverbiale s voor mnl. nauwelîke “nauw, streng, met moeite, nauwelijks, nauwkeurig, bekrompen”. Een ook mhd., mnd. bijw. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenboschnouliks bw. Thematische woordenboeken
N. van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboeknauwelijks ‘eigenlijk niet erg’ (bet. van Engels hardly)
Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamnauwelijks* bijwoord van hoeveelheid: amper 1512 [MNW] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |