![]() Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
naïef - (argeloos, onnozel)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, 4 delen, Amsterdamnaïef bn. ‘argeloos, onnozel’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpennaïef [argeloos, onnozel] {1698} < frans naïf [natuurlijk, ongekunsteld, onnozel, naïef] < latijn nativus [aangeboren, natuurlijk], van nasci (verl. deelw. natus) [geboren worden] (vgl. natief). J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidennaief bnw., laat-nnl. < fra. naif < lat. nativus ‘aangeboren, natuurlijk, oorspronkelijk’. C.B. van Haeringen (1936), Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Supplement, Den Haag† naïef bnw. Later-nnl. uit fr. naif < lat. nâtîvus. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenboschnaïef b.nw. Thematische woordenboeken
Nicoline van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboeknaïef (Frans naïf)
Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015naïef ‘argeloos, onnozel’ -> Indonesisch naif ‘argeloos, onnozel’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamnaïef argeloos, onnozel 1698 [WNT] <Frans Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |