Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
nabuur - (buurman)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpennabuur* [buurman] {na(ge)buur, nabuer 1450} oudsaksisch nabūr, oudhoogduits nāhgibūr, oudengels neah gebūr (engels neighbour), nog noordhollands nabuur; vgl. buur. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagnabuur znw., mnl. nâbuur m. (noord-ndl.). Zie buur. - Laat-mnl. ook al nâ-buurlijc bnw. “zooals billijk is tegenover den buur” (saks. streken), Teuth. naberlick bijw. “viciniter”; naburig sedert de 17.eeuw. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentnabuur m., gelijk Hgd. nachbar en Eng. neighbour, samengesteld met het adj. na 1. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Aarts (2017), Etymologisch Dictionairke vaan ’t Mestreechs, Maastrichtnaober (zn.) buurman; Middelnederlands nabuur <1331>. F. Debrabandere (2011), Limburgs etymologisch woordenboek: de herkomst van de woorden uit beide Limburgen, Zwollenaber, zn.: buur. Mnl. nabuur, naber, Vnnl. naebuer.j.ghebuer (Kiliaan). Ohd. nâhgibûr, Mhd. nâch(ge)bûre, Os. nâhbûr, Mnd. nâbûr, nâber, Oe. nêahgebûr, E. neighbour. De betekenis is ‘nabije buur, nabij wonende’. A.A. Weijnen (2003), Etymologisch dialectwoordenboek, Den Haagnaober buur (Oost-Nederland). = ohgd. nāhgibūr (› hgd. nachbar ‘id.’), nl. nabuur, eng. neighbour ‘id.’. Westgerm. ss. die letterl. betekent: ‘wie dichtbij iem. woont’; vgl. mnl. bouwen ‘bewonen’, got. bauan ‘bewonen’. S.P.E. Boshoff en G.S. Nienaber (1967), Afrikaanse etimologieë, Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kunsnabuur [+]: buurman; Ndl. (veroud.) nabuur, (vroeër) nagebuur, dial. naber, Hd. nachbar, Eng. neighbour, hou by ons wsk. nog verb. m. famn. Nienaber en leef o.a. nog in naburig(heid) en nabuurskap. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamnabuur* buurman 1331 [Stadb. Zwolle I] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |