Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
maaksel - (constructie, vorm, gewrocht, product)Etymologische (standaard)werken
N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagmaaksel znw., o., eveneens van maken. Reeds mnl., mnd. en owfri. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015maaksel ‘constructie, vorm, gewrocht, product’ -> Noors maksel ‘vorm, model, mal’ (uit Nederlands of Nederduits). |