![]() Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
kwajongen - (ondeugende jongen)Etymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenkwajongen* [ondeugende jongen] {1787-1789} uit vlug gesproken kwade jongen. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagkwajongen znw. Uit vlug gesproken kwajǝjongǝ(n). Kwajǝ = kwade. C.B. van Haeringen (1936), Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Supplement, Den Haagkwajongen, is eerder te verklaren uit de gesyncopeerde vorm kwa + jongen. Korte vormen als kwa-, goe- hielden stand in vaste koppelingen, vgl. goegemeent. Vgl. W.de Vries Tschr. 34, 223; v.Haeringen Tschr. 46, 23. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Aarts (2017), Etymologisch Dictionairke vaan ’t Mestreechs, Maastrichtkoejong (zn.) kwajongen; Nuinederlands kwajongen <1787>. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015kwajongen ‘ondeugende jongen’ -> Fries kwajonge ‘ondeugende jongen’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamkwajongen* ondeugende jongen 1787 [WNT] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |