Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
kraai - in de uitdrukking kind noch kraai hebbenEtymologische (standaard)werken
P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenkraai2* in de uitdrukking kind noch kraai hebben [geen naaste bloedverwant hebben] {(no) kint no craet 1265-1270} van middelnederlands craet [het gekraai van de haan en vervolgens de haan zelf]; voor het gerecht nam men familie en andere eedhulp mee en ook wel een haan, die door te zwijgen de eed van zijn eigenaar ondersteunde of door te kraaien logenstrafte dan wel de schuldige aankraaide. Iem. zonder kint en zonder craet stond dus volkomen alleen. P.H. Schröder (1980), Van Aalmoes tot Zwijntjesjager, Baarnkraai In de uitdrukking: kind noch kraai hebben, die wij gebruiken als wij willen zeggen: geen familieleden hebben voor wie men moet zorgen, lijkt het woord kraai misplaatst. Niemand houdt kraaien. Naar alle waarschijnlijkheid betekent kraai hier: gekraai, dus: het dier dat kraait, dus: de haan. Bij onze voorouders was de haan als symbool van waakzaamheid in hoge achting. Men geloofde dat hij door zijn gekraai een moordenaar kon aanwijzen en wij hebben dus misschien met een heel oude rechtsterm te maken: hij heeft geen kind als getuige van zijn onschuld, geen haan om de ware schuldige te ontmaskeren. Hij staat dus geheel alleen. Anderen zien in de haan het symbool van het erf, dat zonder deze kraaier niet te denken is. Dan betekent de uitdrukking: hij heeft noch familie, noch bezit, hij staat eenzaam en verlaten in de wereld. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenkraai 2 in de uitdrukking kind noch kraai ontstaan uit mnl. kint no craet. Hier is het woord craet opgevat als het woord craet ‘gekraai’ en dan verder als ‘haan’. Maar dit laatste craet heeft blijkens os. krād een d, terwijl het eerste craet in het mnl. mv. craten heeft. Intussen is het mogelijk, dat men in de uitdrukking kint no craet niet meer aan craet ‘gekraai’ gedacht heeft en dus een nieuw mv. bij craet ‘haan’ gevormd heeft. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
S.P.E. Boshoff en G.S. Nienaber (1967), Afrikaanse etimologieë, Die Suid-Afrikaanse Akademie vir Wetenskap en Kunskraai III: in uitdr.: kind nog kraai hê; Ndl. kind noch kraai hebben (eers 17e eeu), in Mnl. lui dit: kint no craet, en oor herk. en verkl. van lg. tot nog toe geen uitsluitsel nie. Idioomwoordenboeken
F.A. Stoett (1923-1925), Nederlandsche Spreekwoorden, Spreekwijzen, Uitdrukkingen en Gezegden, drie delen, 4e druk, Zutphen1140. Kind noch kraai hebben,d.w.z. geene bloedverwanten hebben, voor niemand te zorgen hebben. In de litteratuur is kind noch kraai eerst in de 17de eeuw aangetroffen o.a. bij V. Beaumont, 46; V. Moerk. 499; Ogier, 42: Een Wijf, daer ick noch kint noch kraey by en creegh; Westerbaen II, 244: Ick heb hier gheen nicht' of neven, noch kind noch kray, noch vriend noch maegh: ick ben alleen; zie verder Tuinman I, 169; Harreb. I, 405. In de middeleeuwen kende men kint noch craet Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |