![]() Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
klaroen - (koperen blaasinstrument zonder kleppen)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, 4 delen, Amsterdamklaroen zn. ‘koperen blaasinstrument zonder kleppen’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenklaroen [trompet] {1566-1568, vgl. claroener [trompetter] 1459} < oudfrans claron (frans clairon) [idem], van latijn clarus [helder klinkend, luid, duidelijk] (vgl. klaar, klarinet). J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenklaroen znw. v., laat-mnl. reeds claroenner ‘klaroenblazer’ < fra. clairon, afgeleid van clair ‘helder’. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagklaroen znw., reeds laat-mnl. blijkens claroenner m. “klaroenblazer” (1469). Uit fr. clairon (van lat. clârus). Thematische woordenboeken
Nicoline van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekklaroen (Frans clairon)
Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamklaroen blaasinstrument 1566-1568 [MNW] <Frans Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |