Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
keuvelen - (babbelen)Etymologische (standaard)werken
Michiel de Vaan (2014-2018), Addenda EWN, gepubliceerd op www.neerlandistiek.nl"keuvelen ww. ‘babbelen’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenkeuvelen* [babbelen] {1724} nevenvorm van kevelen. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenkeuvelen ww., een eerst vroeg-nnl. woord, dat evenals keuzelen een klankschilderend element heeft. Misschien mag men vergelijken dial. keuvels (Zaans) ‘tandeloze kaak’ en dan dus uitgaan van het mummelen van een oud besje. — Men kan verder vergelijken mhd. kifen, kifelen ‘knagen, kauwen’, vgl. Teuth. keveren ‘herkauwen’. De wisseling van de klinkers is toe te schrijven aan affectieve klankvarianten. — Zie verder: kever. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagkeuvelen ww., nog niet bij Kil. Vgl. dial. (Zaansch) keuvels = kevels “tandelooze kaak”: zie verder bij kever. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentkeuvelen ono.w., bijvorm van kevelen, afgel. van kevel. Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015keuvelen ‘babbelen’ ->? Deens kævle ‘babbelen’ (uit Nederlands of Nederduits); Ambons-Maleis kéwel ‘babbelen’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamkeuvelen* babbelen 1724 [WNT] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |