Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
jawel - (tussenwerpsel: uitroep ter bevestiging)Etymologische (standaard)werken
N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagjawel bijw. Nog niet bij Kil. Vgl. mhd. jô wol (nhd. ja wohl). Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015jawel ‘tussenwerpsel: uitroep ter bevestiging’ -> Petjoh jewel ‘ja, jazeker’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamjawel* tussenwerpsel: uitroep ter bevestiging 1615 [WNT ja] Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |