Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
ivoor - (been van olifantslagtanden)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, 4 delen, Amsterdamivoor zn. ‘been van olifantslagtanden’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenivoor [materiaal van slagtanden] {ivore, ivoor 1201-1250} < frans ivoire < latijn ebur (2e nv. eboris) [idem] < koptisch ebu [olifant, ivoor]. J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenivoor znw. o., mnl. ivōre, ivoor, ivōrie < ofra. ivorie (nfra. ivoire) < lat. eboreum ‘van ivoor gemaakt’, afl. van ebur ‘ivoor’. — Zie ook: elpenbeen. Kiliaen heeft de vorm avoor, nog dial. in WVlaanderen en Waas, (vgl. lamoen < fra. limon). Het Zuidnl. lavoor is te verklaren als lommer door toevoeging van het franse lidwoord. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haagivoor znw. o., mnl. ivōre, ivoor, ivōrie o. Uit ofr. ivorie (fr. ivoire; lat. *eburea van ebur) “ivoor”, evenals eng. ivory “id.”. Vgl. elpenbeen. C.B. van Haeringen (1936), Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Supplement, Den Haagivoor. Zuidndl. lavoor, ook avoor (Wvla., Waas); de laatste vorm bij Kil. Voor de a vgl. lamoen, voor de l vgl. lommer. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Gentivoor o., Mnl. id., gelijk Eng. ivory, uit Fr. ivoire, Lat. eboreum (-us), bijv.nw. van ebur = ivoor + Skr. ibhas = olifant. Dialectwoordenboeken en woordenboeken van variëteiten van het Nederlands
F. Debrabandere (2005), Oost-Vlaams en Zeeuws-Vlaams etymologisch woordenboek: de herkomst van de Oost- en Zeeuws-Vlaamse woorden, Amsterdamavoor (W), zn. m.: ivoor. Met voortonig versterkte klinker (a < i) < Fr. ivoire, vandaar de scherplange o. Zie ook lavoor. G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenboschivoor s.nw. Thematische woordenboeken
Nicoline van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekivoor (Frans ivoire)
Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015ivoor ‘materiaal van slagtanden’ -> Fries ivoar ‘materiaal van slagtanden’; Papiaments ivor (ouder: ivoor) ‘materiaal van slagtanden’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamivoor materiaal van slagtanden 1240 [Bern.] <Frans Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |