Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
imperium - (groot rijk)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, 4 delen, Amsterdamimperium zn. ‘groot rijk’ P.A.F. van Veen en N. van der Sijs (1997), Etymologisch woordenboek: de herkomst van onze woorden, 2e druk, Van Dale Lexicografie, Utrecht/Antwerpenimperium [(keizer)rijk, oppermacht] {1824, vgl. imperie 1521} < latijn imperium [bevel, heerschappij, regering, macht, rijk], van imperare [bevelen, heersen], van in [in, tot] + parare [gereedmaken, maatregelen nemen], dus: (zich) gereedmaken voor (de oorlog). Thematische woordenboeken
Nicoline van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekimperium (Latijn imperium)
Uitleenwoordenboeken
N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag; met aanvullingen uit Uitleenwoordenbank 2015imperium ‘(keizer)rijk, oppermacht’ -> Indonesisch impérium ‘(keizer)rijk, oppermacht’. Dateringen of neologismen
N. van der Sijs (2001), Chronologisch woordenboek: de ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, Amsterdamimperium (keizer)rijk, oppermacht 1824 [WEI] <Latijn Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |