Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
hoogvlieger - (slimmerik)Thematische woordenboeken
Nicoline van der Sijs (2005), Groot Leenwoordenboekhoogvlieger (vert. van Engels highflyer)
Idioomwoordenboeken
F.A. Stoett (1923-1925), Nederlandsche Spreekwoorden, Spreekwijzen, Uitdrukkingen en Gezegden, drie delen, 4e druk, Zutphen1748. Een overvlieger.Een in de late middeleeuwen bij Froissart I, 65 voorkomende benaming van iemand, die boven anderen uitmunt Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |