Meehelpen? Ga naar etymologieWiki
![]()
|
hoogtij - (bloeiperiode)Etymologische (standaard)werken
M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdamhoogtij zn. ‘bloeiperiode’ J. de Vries (1971), Nederlands Etymologisch Woordenboek, Leidenhoogtij znw. o., mnl. hôghetîde, hoochtîde, hoochtijt, hoochgetîde o. v. ‘feest; hoog kerkelijk feest’, os. hōgetīd, ‘kerkelijk feest’, mhd. hōchgezīt, hōchzīt v. ‘kerkelijk of wereldlijk feest, huwelijksfeest’, ofri. hāchtīd, oe. heahtīd, on. hatīð v. (uit mnd.) ‘kerkelijk feest’. — Samenstelling van hoog en getijde, vgl. mnl. ghetīde ‘gezette tijd, kerkelijk feest’ of tijd. N. van Wijk (1936 [1912]), Franck's Etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, 2e druk, Den Haaghoogtij znw. o., mnl. hôghetîde, hoochtîde, -tijt, -ghetîde o. v. “feest”, vooral “kerkelijk feest”. Vgl. mhd. hôch(ge)zît v. “kerkelijk feest, wereldlijk feest, groote vreugde, huwelijksfeest” (nhd. hochzeit), os. hô-getîd, ofri. hâchtîd, ags. hêahtîd, on. hâtîð v. “feest, kerkelijk feest”, ’t on. woord naar mnd. model. J. Vercoullie (1925), Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal, Den Haag / Genthoogtijd m., het eerste lid is het adj. hoog, evenals in hooggetij, hoogdag, Hgd. hochzeit, niet het subst. *hoge, heug = vreugd. Thematische woordenboeken
C.H.Ph. Meijer (1919), Woorden en uitdrukkingen verklaard door Dr. C. H. Ph. Meijer, AmsterdamHooggetij, hoogtij; hooge, groote feestdag; hiernaast bestaat nog de samenstelling hoogdag; Vondel spreekt van hoogtijd (Gijsbr. vs. 664) en hooge feest (vs. 676). Zoo heeft het hoogduitsch voor bruiloft: Hochzeit, dus eigenlijk hooge feestdag. Hoogtij vieren wordt figuurl. gebruikt voor: zeer in zwang zijn, in hooge bloei zijn, op zijn hoogst zijn. Een geheel ander woord is hoogzaal, dat door volksetymologie verbasterd is uit oksaal (zie o.d.w.) Overige werken
Woordenboek der Nederlandsche taal (WNT) & Middelnederlandsch woordenboek (MNW) & Vroegmiddelnederlands woordenboek (VMNW) & Oudnederlands woordenboek (ONW) – alle onderdeel van de Geïntegreerde Taalbank (GTB)Zoek dit woord op in het WNT, MNW, VMNW, ONW. |